Nieuwe focus -> minder producten =
SALE! bij Run Dog
Gratis verzenden boven 50 euro in NL
Gratis verzenden boven 100 euro in BE
#2. 5 Canicross Basisvaardigheden

Rosine Verkleij - 04 / Sep / 2023

#2. 5 Canicross Basisvaardigheden

In onze vorige blog #1. Canicross Aspecten hebben we een begin gemaakt met de theorie van de canicross techniek. Vandaag gaan we verder in op de techniek met deel #2. van de 3-delige blogserie Canicross. We geven je praktische handvatten om mee aan de slag te gaan.

5 Canicross Basisvaardigheden

Ben je beginnend canicrosser of canitrailer? Dan is het belangrijk om je met trainen eerst te richten op de 5 Canicross Basisvaardigheden. Dit zijn praktische handvatten om je techniek te verbeteren. Hierbij spelen de Canicross Aspecten van ons vorige blog een grote rol. Verdiep je in deze theorie vóórdat je begint met trainen. Na ons 3e blog van deze serie kun je aan de slag hiermee.

Houd je training in het begin simpel, train hooguit ongeveer 3 à 4 km, vermijd hoge snelheden, echte heuveltraining en lastige ondergrond en doe nog niet mee met een evenement. Leer eerst deze basis, daar zal je later veel profijt van hebben:

 

Canicross 5 Basisvaardigheden

© Run Dog – 5 Canicross Basisvaardigheden
 

1. Hond loopt met voorwaartse drang

Ten eerste is het belangrijk dat je hond leert wat de bedoeling is en dat duidelijk is wat er van hem verwacht wordt. Je zal dus aan de hond moeten uitleggen wat je van plan bent om samen te gaan doen.

Met canicross is het de bedoeling dat je hond voorwaarts gericht is en continu de drang houdt om recht vooruit te gaan.

Veel honden hebben geleerd dat ze netjes naast moeten lopen en niet mogen trekken. Dat is nu even anders. Met stem en lichaamstaal kan je je hond aanwijzingen geven om vooruit te lopen en door te gaan. De aanwijzing: ‘door’ kan gebruikt worden wanneer je hond toch wil gaan snuffelen. Met ‘goed zo’ kan de hond beloond worden wanneer hij mooi vooruit loopt (let op de timing!).

Het lopen in een groep of met een ‘haas’ kan helpen om een opstart hiermee te maken. Maar houd in de gaten dat je je hond wel aanwijzingen blijft geven, zodat hij leert om zijn motivatie om te lopen van achter haalt en niet van iets dat voor hem loopt. Ga dus ook alleen trainen, zodra de hond weet wat de bedoeling is.

2. Hond staat open voor aanwijzingen

Een ontspannen hond kan beter bewegen en staat meer open voor aanwijzingen. Daarbij gaat het niet om ontspannen zijn in de zin van recreatief bezig zijn of de hond zijn gang laten gaan. Het gaat erom dat de hond zijn lichaam ontspant tijdens het bewegen, met geconcentreerde aandacht naar die beweging en naar jouw aanwijzingen. Als je hond erg enthousiast of gespannen is, dan is zijn lichaam stijver en is het mentaal lastig voor hem om uit te voeren wat er gevraagd wordt.

Het kan ook zijn dat je hond wel ontspannen is maar toch niet voor je open staat. Misschien is het niet duidelijk wat je vraagt, of wil je te snel of teveel. Misschien is hij afgeleid of niet voldoende gemotiveerd.

Wil je dat je hond ontspannen is? Wees dan zelf ontspannen en geef op een duidelijke en vriendelijke manier leiding aan je hond. Dat bevordert ook zijn motivatie.

Loop je in een groep? Houd dan voldoende afstand van elkaar (minimaal 5 meter), zodat je hond voldoende ruimte heeft om zich veilig te voelen en niet afgeleid wordt door andere honden.

3. De loper loopt recht achter de hond

Als je hond recht voor je loopt, dan is de druk op zijn lijf tijdens het trekken mooi in balans. Het is dus belangrijk dat je hond recht voor je loopt.

Bij beginners is het nog lastig om de hond aanwijzingen te geven om te schuiven op het pad. Daarom kunnen beginnende canicrossers het beter omdraaien: zij gaan recht achter hun hond lopen.

4. Er staat lichte spanning op de lijn

Bij canicross is het de bedoeling dat je hond voor je uit loopt met lichte spanning op de elastische lijn.

Loopt je hond zonder spanning op de lijn? Houd dan zelf iets in zodat er spanning op de lijn komt. Daardoor krijgt je hond steun en contact en kunnen jullie samen weer voorwaarts. Let op dat je daarbij niet achterover gaat leunen, dat is slecht voor je houding. Ga langzamer hardlopen met dezelfde houding.

Trekt je hond te hard? Geef dan aanwijzingen om langzamer te gaan. Zeg ‘hoo’ terwijl je zelf even inhoudt. Galoppeert je hond? Dan kun je ook ‘draf’ als aanwijzing gebruiken. Herhaal dit net zo lang tot je hond zich aan jou aan gaat passen. Geef tussendoor iets mee, zodat je hond kan ‘antwoorden’. Beloon op het juiste moment.

5. De loper heeft het tempo onder controle

Als loper hoor je controle te hebben over het tempo dat jij en je hond hebben. Door tempowisselingen te oefenen, kun je grip krijgen hierop.

Veel canicrossers zijn erg gericht op snelheid en lopen vaak erg hard. Maar het is ook belangrijk dat je goed kunt canicrossen op een rustiger tempo, dat blijkt een stuk moeilijker!

Bij canitrailers wordt er rustiger gelopen, dan is vaak het gebrek aan focus het probleem. Honden beginnen te slingeren en gaan snel even snuffelen, de lijn is dan vaker slap waardoor je het contact met je hond verliest (zie punt 4).

Dus voor zowel canicross als canitrail is het belangrijk om tempowisselingen te trainen, zodat de hond leert dat er aanwijzingen van de loper komen over het tempo en hij daardoor geconcentreerd blijft. Maar oefen ook niet teveel tempowisselingen! Kijk goed naar je hond en vraag alleen een tempowisseling als hij het aankan.

Hoeveel tijd kost het?

Begin simpel. Meestal helpt het om te beginnen met 2 punten. Dan hoef je niet overal tegelijk aan te denken. Per team is het verschillend welke punten het beste als eerste getraind kunnen worden. 

Gaat dit goed dan kun je de andere punten toevoegen en oefenen. Ze hebben veel met elkaar te maken en beïnvloeden elkaar ook. Als je het tempo beter onder controle hebt, dan kun je ook makkelijker spanning op de lijn houden bijvoorbeeld.

Zorg dat je uiteindelijk alle punten leert beheersen, want als je 1 punt overslaat dan kun je eigenlijk niet verder. Als je alles beheerst maar je hond te hard trekt bijvoorbeeld (punt 4 beheers je nog niet goed), dan zal je hond onnodig veel energie verbruiken en is de kans op blessures bij jou groot.

Het is verschillend hoeveel tijd het kost om alle 5 Basisvaardigheden samen onder de knie te krijgen. Sommigen hebben na een paar maanden trainen al een mooie basis, anderen doen er jaren over.

Hulp bij het aanleren

Het is heel lastig om als beginner deze basisvaardigheden zelf goed te trainen. Het is ook heel verschillend wat je het beste kan doen om ze te verbeteren. Iedere combinatie hond-mens is weer anders en ieder proces is anders. In blog #1 hebben we al besproken hoe complex het canicrossen is. Daarom is het verstandig om onder begeleiding te trainen. Net zoals je bij andere sporten techniektraining kunt volgen.

Wat als je de basisvaardigheden goed beheerst?

In de beginperiode kun je misschien korte stukjes voelen dat alle 5 punten goed gaan. Dan heb je een mooi uitgangspunt om dit verder uit te bouwen en te trainen.

Na verloop van tijd kun je dan langere stukken volhouden met een mooie techniek.

Lukt het om vrijwel de hele tijd alle 5 punten goed uit te voeren? Dan kun je verder werken aan snelheid of afstand of kun je moeilijkere oefeningen doen, zoals head-on passing (een tegemoet komend team passeren) of afslaan van de groep. Net wat je doel is. Je hebt dan ook een goede basis om mee te doen met wedstrijden of events.

De 5 Basisvaardigheden worden getraind in alle workshops en cursussen Canicross Basics.

Heb je die trainingen gevolgd en beheers je de basisvaardigheden? Dan kun je je inschrijven voor de Advanced Trainingen.

 

Deze blog is onderdeel van de 3-delige serie:

#1. Canicross Aspecten

#2. 5 Canicross Basisvaardigheden

#3. 10 Tips voor Canicross Beginners

 

Laat een reactie achter

What are your experiences? Read or write a review here.

*Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

* Verplichte velden

Wij slaan cookies op om onze website te verbeteren. Is dat akkoord? Ja Nee Meer over cookies »